Odysseus ontwaakt
Willend, gillend, rillend gaat het ongemak voort zichzelf te herscheppen.
Rode revers blauwe revers
Nestels huppelen in het gelid
Een hand rijgt met een draad
Van goud galon een wilde baard
Vormen vervormen vormeloze verandering
Stormenderhand passeren beelden
Beelden wazig beelden bazig
De grens voorbij halt zeg ik halt
Ik ben Odysseus in de naam der wet
Gloeiende godver de krant ploft in de bus
Dorpel hoepel bromtol bleek
Wasbenzine in de gloria de kerkklok
Zweept de draaitol halt zeg ik
Wachtmeester de reidans beeldt zich
Op loeiharde discomuziek in vertes voort
Woorden beelden ontscheppen vrede
Woel maar om doel maar om de boel
Waait maar draait maar in de baai
Oker schittert water glittert Odysseus
De boei klampt zich in onbestemd galop galop
Het peloton de vuurmond velt nee
Halt halt zeg ik toch de kogelzee
Bezweert de drang het plassen
Braken likt halt halt het schaamhaar
Kom maar toe maar laat mij maar genieten genieten
Klinkers kaatsen vlekken dringen ting
De fietsbel omhelst het zwellend
Hellend scheepsdek ik zak ik zak
Geen kans van slagen de mattenklopper
Klam zweet vloeit onbegonnen werk kapot
Knallen knallen pullen bier we lallen
Achterpoten hangen kopje onder
Schot het schaap gedaan de slachter
Bezemt het schort bungelt de dweil
Veegt het bloed het putje in de vriezer uitgeruimd
Slapend wakend druk voor gesprek
Witte knop in zelfscheppend ongemak
Willend nu gillend nu rillend nu mijn
Groezelige kiel beul maak het kort
Odysseus dekbed plooit mijn god de dag de dag