Samenvatting
Aan de vooravond van de verzuiling was het antirevolutionaire dagblad De Standaard, opgericht in 1872, de eerste en invloedrijkste partijkrant van Nederland. In het blad vond Abraham Kuyper, de voorman van de gereformeerde vleugel binnen de hervormde kerk, een middel om zijn achterban te mobiliseren en de antirevolutionaire partijpolitiek te dirigeren.
De continuïteit van de krant hing in de beginjaren verschillende malen aan een zijden draadje. Vanaf 1874 was Kuyper behalve hoofdredacteur ook lid van de Tweede Kamer. Pas toen hij in de periode 1876-1877 om te herstellen van overspannenheid langere tijd in het buitenland verbleef, kreeg de directeur-uitgever, Johannes Kruyt sr., de ruimte om de organisatie van de krant op professioneler, duurzamer leest te schoeien.
Kuypers gereformeerden scheidden zich in 1886 af van het hervormde kerkverband. Kruyt, behalve directeur-uitgever inmiddels ook eigenaar van De Standaard, bleef evenwel hervormd. Dit schiep een groot probleem voor Kuyper. Met het nodige gekonkel en een afkoopsom wist hij Kruyt te bewegen afstand te doen van de eigendom van De Standaard aan hemzelf.
Aan het dagblad zelf is nooit een afzonderlijk boek gewijd waarin de geschiedenis ervan kritisch en onafhankelijk wordt uitgediept; in het beeld van De Standaard domineren de inhoudelijke journalistieke arbeid en de figuur van Kuyper, die zich overeenkomstig het tijdsbeeld schikte in de leiderschapscultus omtrent zijn persoon.
De mannen achter De Standaard is de eerste historische-wetenschappelijke monografie die in haar geheel over de geschiedenis van de krant gaat. Uit de legpuzzel van stukken in verschillende archieven reconstrueert de auteur wat zich achter de schermen van de krant afspeelde, wie de krant feitelijk maakten en welke botsingen van karakters en belangen daarbij optraden.
Ga verder naar: